Asians Speaking Up: Het verhaal van Mei Woen

Asians Speaking Up: Het verhaal van Mei Woen

Opgroeien tussen verschillende culturen en ervaringen met discriminatie en racisme doen iets met onze mentale gezondheid. Asian Raisins vindt dat hier meer aandacht voor moet zijn. Voor het Storytelling project ‘Asians Speaking Up: Mental Health’ vroegen wij mensen uit de Oost- en Zuidoost-Aziatische gemeenschappen naar hun ervaringen en wat die deden met hun mentale welzijn.

Mei Woen

Mei Woen* (39) woont in Amsterdam met haar man en twee dochters. Als gezin vinden ze het heerlijk om naar Texel te gaan, maar dimsummen in de stad vinden ze ook fijn. Zelf gaat Mei Woen graag naar de bioscoop of het museum en geniet ze van een wandeling in het park.

Kun je wat vertellen over je jeugd en waar je opgegroeid bent?

Mijn ouders zijn geboren in Hong Kong in het begin van de jaren ’50 en zijn in de jaren ’70 met mijn zus naar Nederland verhuisd. Mijn tweede zus, mijn broertje en ik zijn in Nederland geboren. In mijn jeugd voelde ik mij altijd een beetje een buitenbeentje. Ik zat op een middelgrote school waar de culturele achtergronden niet heel divers waren. Ik denk dat je de mensen met een migratieachtergrond op twee handen kon tellen.

Waarom voelde je je nog meer een buitenbeentje?

In mijn jeugd zijn er meerdere dingen gebeurd die heel erg tegen mijn gevoel in gingen, maar waarvan ik niet kon benoemen wat er mis was. Ik kan mij bijvoorbeeld nog herinneren dat ik als kind het “Hanky Panky Shanghai” lied heel gek vond maar toch meedeed. Volgens mij dachten de andere kinderen dat dat Chinees was en dat het gebaar dat je met je ogen deed normaal was. Ik en de andere kinderen wisten niet beter: dit lied maakte deel uit van het systeem en werd als ‘normaal’ beschouwd.

Dit soort micro-racisme kan je als kind niet plaatsen. Je weet dat er iets niet klopt qua gevoel, maar je doet er toch aan mee. Ondertussen neem je zulke ervaringen telkens weer tot je en bouwen dit soort gevoelens zich gedurende je hele kindertijd en leven op. Ik probeerde hiermee om te gaan door mij aan te passen aan de norm, maar tegelijkertijd merkte ik dat ik nooit aan de norm kon voldoen. Nu ben ik bijna veertig en weet ik beter, maar daar heb ik wel mee gestruggeld.

Wat voor invloed heeft het willen voldoen aan de norm gehad op je mentale welzijn?
Ik schaamde mij heel erg voor mijn eigen identiteit en wilde daarom graag op een bepaalde manier gezien worden. Dit gevoel van schaamte is begonnen in de tijd dat ik opgroeide boven het Chinese restaurant van mijn ouders. Ik heb toen een enorme schaamte ontwikkeld voor het restaurant, mijn ouders, mijn identiteit en het ‘Chinees-zijn’. Ik nam bijvoorbeeld liever geen  vrienden mee naar huis omdat ik daar slechte ervaringen mee had.

Hoewel dit gevoel van schaamte in mijn jeugd redelijk subtiel begon, realiseerde ik me later pas dat het veel groter was geworden. Ik werd in het verleden best wel getriggerd als iemand Engels tegen mij begon te praten in mijn eigen stad, omdat ik zo graag wilde voldoen aan de norm maar dit door anderen niet erkend werd. Ik denk dat het op een gegeven moment zelfs op het punt kwam dat ik onbewust geen Kantonees tegen mijn kinderen sprak, omdat ik graag wilde dat mensen wisten dat ik Nederlands kon spreken en hier geboren ben.


“Mijn psycholoog begrijpt de complexiteit van mijn culturele achtergrond en kijkt verder dan de norm.”

Hoe uitte jouw wens om te voldoen aan de norm zich nog meer?

Ik heb als dikkere vrouw mijn hele leven enorm veel issues gehad met mijn lichaam. Ik linkte deze problemen vooral aan mijn Chinese afkomst, omdat Chinezen heel erg gericht zijn op het uiterlijk. In mijn jeugd kreeg ik vaak nare opmerkingen over mijn uiterlijk, niet alleen vanuit de samenleving maar ook vanuit mijn eigen familie, zoals mijn gezin en mijn moeder. Het was erg confronterend als mensen uit mijn omgeving ineens zeiden: “Wat ben jij dik geworden”, of “wat ben jij dun geworden”, terwijl ik juist altijd hetzelfde gewicht heb gehad in de afgelopen tien tot vijftien jaar. Dit soort opmerkingen, en vooral die in mijn jeugd, doen wat met je zelfbeeld en ze doen wat met mij. Omdat Chinezen zo direct zijn met hun opmerkingen heeft mijn lichaamsbeeld een hele negatieve invloed gehad op mijn zelfbeeld. In mijn hoofd leeft het idee dat Chinezen dun horen te zijn, dus hoor ik er niet bij.

Wat was de reden dat je psychologische hulp hebt gezocht?

Wat was de reden dat je psychologische hulp hebt gezicht?

De directe aanleiding voor het zoeken van hulp was na het beluisteren van een podcast over trauma’s. Hoewel ik eerst dacht dat dit niet op mij van toepassing was, besefte ik mij pas later dat ik ook hulp nodig had voor mijn trauma’s. Ik denk dat mijn problemen allemaal hun oorsprong hebben in mijn jeugd. Ik kom uit een gezin waar emoties nooit werden besproken. Omdat ik de afgelopen jaren zelf veel met mijn kinderen hiermee bezig ben geweest, realiseer ik mij dat er bepaalde hoofdstukken uit mijn jeugd zijn waar ik niet goed bij stil heb gestaan. 

Daarnaast zag ik dingen binnen mijn gezin en familie die ik graag anders zou willen. Binnen mijn familie zag ik een weerspiegeling van mezelf. Ik zag dat zij hulp nodig hadden, maar ik realiseerde me dat ik ook hulp nodig had op dat moment. Wat er vroeger is gebeurd, kan niet worden afgesloten. Het is een deel van mij en daar kan ik mee leren omgaan.

Hoe heb je de hulp ervaren? Kon je dit allemaal goed kwijt bij je behandelaar?

Mijn psycholoog is van Nederlandse afkomst, maar ze snapt de complexiteit van mijn culturele achtergrond en kijkt verder dan de norm. Ik vond haar daardoor aan het begin van de sessies meteen goed. Ze vroeg mij bijvoorbeeld hoe ik me voelde: ‘Chinees-Nederlands’ of ‘Nederlands-Chinees’. Ik moest daar even over nadenken. Als je mij vraagt of ik Chinees ben, dan weet ik het eigenlijk niet. Ik antwoordde uiteindelijk ‘Nederlands-Chinees’, en dat is denk ik voor iedereen anders. Voor mij voelt Nederland ook als thuis. Aan de andere kant is het ook dubbel. Je neemt sommige dingen over uit de cultuur die je wel leuk vindt en wat je niet leuk vindt, leg je terzijde. Dat maakt dan weer dat ik gewoon mezelf ben, en niet per se mijn Chinese of Nederlandse roots.

“Mijn ouders konden vroeger geen emotionele veiligheid bieden aan ons, maar ik kan dat nu wel bieden aan mijn kinderen.”

Je benoemt dat er vroeger thuis niet veel ruimte was om te praten over emoties. Welke invloed denk je dat dit heeft gehad op het zoeken van hulp voor je mentale klachten?

Aan de ene kant weet ik dat het gebrek aan praten over emoties vroeger niet anders had kunnen gaan. Mijn ouders hebben alles gedaan om ons een goede toekomst te bieden en zo kijken ze er zelf ook naar. Aan de andere kant heeft dit ook negatieve gevolgen gehad voor mij. Mijn ouders hebben vroeger nooit de ruimte gehad om met hun mentale gezondheid bezig te zijn, maar ik heb die ruimte nu wel en ik ga die ook nemen. Dat stukje emotionele veiligheid konden ze ons vroeger niet bieden, maar ik kan dat nu wel bieden aan mijn kinderen. Dat dat belangrijk is wil ik aan mijn kinderen meegeven.

Kan je uitleggen hoe jouw rol als moeder van invleod is geweest op het zoeken naar hulp?

Ik doe het ook voor mijn dochters. Ik wilde graag de hele opvoeding van mijn kinderen anders doen. Ik wil mijn kinderen leren dat het oké is om emoties te uiten, dat ze boos en verdrietig mogen zijn, en dat ze dat niet hoeven te verbergen. 

Als ik doorga zoals mijn ouders hebben gedaan, dan komen we niet verder. Maar ik denk wel dat mijn ouders eraan hebben bijgedragen dat ik nu hulp kan zoeken. Wat zij voor ogen hadden tijdens onze opvoeding was zorgen voor brood op tafel en dat wij een goede opleiding konden volgen. Daar hebben ik, mijn zussen en mijn broertje inderdaad van kunnen profiteren. Zij hebben voor ons dat financiële plaatje op orde kunnen krijgen, zodat ik nu op het punt ben gekomen om verder te kijken, naar mijn mentale gezondheid.

Ik wil mijn kinderen meegeven dat ze zich niet hoeven te schamen voor hun afkomst en identiteit. Dat resultaat zie ik ook in hen. Ze kwamen een keer terug van school en vertelden dat er een klassenassistent was van Chinese afkomst, waarop mijn dochtertje trots tegen haar zei: “Hey, ik ben ook Chinees!” Het deed mij heel goed dat zij juist met trots kan vertellen over haar roots en dat ze ook Chinees is.

Als ouder probeer je alles, maar tegelijkertijd weet ik dat ik ook mijn eigen fouten zal maken. We gaan misschien een beetje vooruit met elke generatie, maar tegelijkertijd zal elke generatie tegen haar eigen uitdagingen aanlopen.

“Ik wil mijn kinderen meegeven dat ze zich niet hoeven te schamen voor hun afkomst en identiteit.’’

Is je houding tegenover je lichaam nog veranderd?

Ja, door het ouderschap ben ik mij er heel bewust van dat ik mijn negatieve zelfbeeld ga overdragen aan mijn kinderen als ik constant negatief over mezelf praat. Ik heb toen besloten dat ik dit niet meer wilde. Ik wil mezelf niet meer naar beneden halen. Ik ga neutraal praten over mijn lichaam, zodat mijn kinderen het niet van mij meekrijgen. Ik probeer ook aan hen mee te geven dat we lief moeten zijn voor onze lichamen. Door mijn twee bevallingen realiseerde ik me wat een kracht vrouwen hebben, dat mijn moeder dit ook heeft doorstaan en hoe sterk we daadwerkelijk zijn. Dat heeft mij enorm geholpen met mijn houding tegenover mijn lichaam.

Bedankt voor het delen van jouw verhaal! Wat zou je meegeven aan anderen die nog niet zo ver zijn om hulp te zoeken?

Ik zou graag willen dat mensen weten dat ze de pijn niet meer alleen hoeven te dragen en dat ze hiervoor hulp kunnen zoeken. Als je voelt, ‘ik moet hier iets mee’, dan is er altijd een manier. Ik ben nu op het punt gekomen dat ik begrijp dat het toelaten van alle narigheid en pijn juist bijdraagt aan groei. Het openslaan van die donkere bladzijdes geeft ruimte en lucht voor de mooie momenten in het leven.

*Mei Woen is een pseudoniem

Heb je behoefte aan meer informatie over mentale gezondheid? MIND Korrelatie biedt advies, ondersteuning en informatie aan mensen met (beginnende) psychische klachten en hun naasten.

Comments are closed