David Zee: “Toen mijn opa en oma wilden trouwen, kregen ze geen toestemming van het Nederlandse ministerie van Justitie.”

  • Home
  • Interviews
  • Asian Praisings
  • David Zee: “Toen mijn opa en oma wilden trouwen, kregen ze geen toestemming van het Nederlandse ministerie van Justitie.”

David Zee (61) schreef een boek over zijn familiegeschiedenis, ‘Chinese Kees’. Hij is afstammeling van de eerste generatie Chinezen die zich vestigden in Katendrecht, Rotterdam. In de jaren ’30 was Katendrecht de grootste Chinatown van Europa, maar nu is dat enkel zichtbaar in Chinese naambordjes.

Je hebt een boek geschreven over je familiegeschiedenis, hoe kwam het idee tot stand?

“Het ging vrij vlot voor mij. Al vanaf mijn 16e begon ik verhalen van mijn familie te verzamelen, vooral over de Chinese gemeenschappen in Nederland. Ik schreef alles op in een schrift. Toen ik 18 werd, wist ik al dat ik er ooit een boek van zou maken. Omdat ik twee keer per week rondleidingen geef op Katendrecht, deel ik vaak de verhalen over de Chinese gemeenschappen. Toen mijn dochter ouder werd, voelde ik dat het een goed moment was om haar ook kennis te laten maken met onze familiegeschiedenis. Dat werd mijn drijfveer. In april wordt ze 18.”

Heeft je dochter je boek gelezen? Wat vond ze ervan?

“Ze praat niet veel over persoonlijke zaken, maar ze vindt het wel interessant. Ze waardeert het om meer te leren over de geschiedenis van de Chinese kant van de familie. Omdat ze niet op Katendrecht is opgegroeid en haar opa en overgrootvader niet heeft gekend, heeft ze er minder directe connectie mee. Ze houdt wel van Chinees eten, en dat maak ik vaak voor haar als ze bij mij is.”

Wat vonden andere mensen om je heen ervan, bijvoorbeeld je partner?

“Mijn Nederlandse ex-vrouw vond het maar vreemd dat ik een boek ging schrijven over mijn familie geschiedenis en had er totaal geen interesse in. Ik heb ook een lange relatie gehad met een Moluks-Chinese vrouw, en zij vond het juist heel boeiend.”

David is opgegroeid op Katendrecht, wat een schiereiland en wijk in Rotterdam is, die bekend staat om zijn rijke geschiedenis en culturele diversiteit. De wijk kende vroeger veel Chinese restaurants, gokhuizen, en een levendig straatleven. Door de jaren heen is Katendrecht door gentrificatie getransformeerd van een ruige buurt met veel armoede naar een trendy woonwijk. 

1937. Van links naar rechts, Cornelis (Chinese Kees) Zee met zijn broer Hendrik en zus Diana

Er is enorm veel veranderd in Katendrecht, hoe ervaar je dat?

“Ik heb de transformatie van Katendrecht van dichtbij meegemaakt. In de jaren ’90 en ’00 was het een erg ruige wijk; mensen werden beroofd en het was bijna onleefbaar. Tegenwoordig is het een prachtige buurt, maar je ziet bijna niets meer terug van de Chinese geschiedenis, behalve een paar Chinese naambordjes zoals Lee, Siou, Choo en Tsang. Ik ken nog steeds mensen die er wonen, maar er is verder niets dat me herinnert aan hoe het vroeger was. Vroeger, als je door de straten liep, rook je overal Chinees eten en op sommige plekken hoorde je het geluid van mahjongstenen. Dat mis ik wel, het is jammer dat die sfeer verdwenen is.”

Hoe was het om op te groeien in Katendrecht?

Oud-Katendrechters kwamen vaak uit een arbeidersmilieu, mensen met een zwaar bestaan, veel armoede en een grote diversiteit aan migratieachtergronden. Het was de eerste migrantenwijk in Nederland. Op de basisschool zaten kinderen van allerlei herkomsten, zoals Surinaams, Joegoslavisch, Spaans, Portugees, en nog veel meer. Er was echt een sterke band tussen mensen van verschillende achtergronden.

Mijn vader speelde bijvoorbeeld vaak kaarten met mensen van verschillende achtergronden. Ze maakten constant grappen en plaagden elkaar, maar het was nooit kwaad bedoeld. Iedereen stond voor elkaar klaar. Als iemand naar het ziekenhuis moest of geen geld had, werd er altijd geholpen. Er waren geen conflicten onderling, de gemeenschap voelde als één. Ik groeide op in een driekamerappartement met negen mensen, zonder warm water. Om warm water te krijgen, moesten we naar de winkel. Er stond één kachel in de woonkamer. In de winter, als ik wakker werd, kon ik mijn adem zien en de ramen waren vaak bevroren.”

Hoe was je ervaring met racisme tijdens je jeugd?

“Ik hoorde nergens echt bij. Als we als kinderen ruzie maakten, werd ik vaak uitgescholden voor ‘pinda’ of ‘spleetoog’. Van de Chinese kinderen kreeg ik de naam ‘geest kind’ (鬼仔, gwai zai) te horen. Onze familie heeft racisme van beide kanten ervaren.” 

Je schrijft over verschillende vriendschappen die je in je kindertijd had, heb je nog contact met hen?

“Ik kom nog vaak op Katendrecht en zie daar mensen van de tweede en derde generatie Chinezen met wie ik nog steeds contact heb. Laatst kwam ik een jeugdvriend tegen, een Chinese man die ik lang niet had gezien. Hij was ooit verhuisd, maar is nu weer terug op Katendrecht. Het was iemand die ik 30 jaar niet had gesproken, en nu zie ik hem af en toe weer. Hij is de zoon van de chefkok van Chong Kok Low. Als kinderen speelden we vaak samen en kwamen we regelmatig bij elkaar thuis over de vloer.

Veel mensen uit mijn jeugd zie ik nog steeds, hoewel sommigen helaas zijn overleden. Toch blijft er een gevoel van gemeenschap op Katendrecht. Elke laatste vrijdag van de maand heb je de ‘Kaapse Tafel’ bij Verhalenhuis Belvédère. Daar mogen oud-Katendrechters gratis lunchen. Families zoals de familie Middelman en de families Yee en Lee van de tweede en derde generatie wonen nog steeds op Katendrecht. Ze zijn net als mij Chinees en Nederlands. Deze mensen weten precies waar ik het over heb, we delen veel met elkaar.”

Thuis bij de familie Zee op Veerlaan 48. Mah Jong spel met links de vader van David, Cornelis (Chinese Kees) Zee, in het midden opa Ah Say (zijn roepnaam) en rechts tante Diana. 1947.

Wat heb je vanuit de Chinese cultuur meegekregen van je familie?

“Alles: het eten, de feestdagen, de gewoontes, wierook branden, boeddhisme en de taal. Ik ben echt in twee culturen opgegroeid. Mijn vader werkte jarenlang in het eerste Chinese restaurant van Nederland, Chong Kok Low. De eigenaar, meneer Yuen Wah, was meer dan 40 jaar samen met de zus van mijn grootmoeder. Als kind kwam ik vaak in het restaurant en het Chinese gokhuis en ik ging vaak langs bij Chinese vrienden. Bij mijn opa en tante Jo kwamen altijd mensen over de vloer, vooral vrouwen die samen Wan Tan-soep maakten. Voor mij was het heel normaal om met de Chinese cultuur op te groeien.

Pas toen ik bezig was met het schrijven van dit boek, begon ik echt te beseffen wat voor impact die ervaringen hebben gehad. Ik voel me nog steeds sterk verbonden met de Chinese gemeenschappen. Laatst was ik met een Nederlandse vriend in een Chinese toko en hij had geen idee wat er allemaal in de schappen lag. Ik legde hem uit waarvoor bepaalde producten werden gebruikt, zoals groenten en specerijen die hij niet kende. Je merkt dan meteen het verschil in opvoeding. Ook snoepjes en snacks die ik vroeger at, zoals gedroogde inktvis die je uit elkaar kunt trekken als snack, neem ik nu mee voor mijn dochter.”

"Normen en waarden, bijvoorbeeld, draag je ongemerkt over aan je kinderen. Zo zal ik altijd respectvol zijn tegen ouderen, dat zit diepgeworteld in mijn opvoeding."
David Zee

Welke tradities die je vroeger had, vind je belangrijk om door te geven?

“Zonder dat je het doorhebt, geef je bepaalde dingen door omdat ze voor jou vanzelfsprekend zijn. Normen en waarden, bijvoorbeeld, draag je ongemerkt over aan je kinderen. Zo zal ik altijd respectvol zijn tegen ouderen, dat zit diepgeworteld in mijn opvoeding. Ik merk dat Nederlandse kinderen dat vaak niet meekrijgen; ze kunnen soms onbeschoft overkomen. Vroeger, als ik in het openbaar vervoer zat en er kwam iemand die ouder was, zei mijn vader altijd: ‘Sta op voor hen, zij moeten zitten.’ Dat zie je tegenwoordig bijna niet meer. Nederlanders komen volgens mij wat botter over, terwijl Chinezen wat voorzichtiger zijn in hun omgang.”

Nederlandse vrouwen met hun Chinees-Nederlandse kinderen. David’s oma met dochter Diana in haar armen. Voor haar zit links David’s oom Henk en rechts daarnaast de vader van David, Cornelis (Chinese Kees) Zee. Foto rond 1931

Wat waren de gevolgen van racisme van de Nederlandse overheid op de Chinese gemeenschappen?

“De Chinese gemeenschappen hadden weinig rechten; ze mochten niet vrij reizen. Toen mijn opa en oma wilden trouwen, kregen ze geen toestemming. De ministerie van Justitie in Nederland vond het namelijk geen goed idee dat onze Nederlandse vrouwen zouden trouwen met Chinezen en ander Aziatische ongedierte. Ze hebben twee jaar lang geknokt zodat ze konden trouwen. Ook bij de geboorte van hun kind mochten ze geen Chinese naam geven, omdat dat door de overheid verboden was. Ze hebben hard gestreden voor hun rechten, en ik ben enorm trots op hun doorzettingsvermogen.

Ook andere Chinese gemeenschappen in Nederland hebben onvermoeibaar gestreden voor hun families om een bestaan op te bouwen. Uiteindelijk mochten mijn opa en oma na twee jaar eindelijk trouwen, maar dat had ook grote gevolgen: mijn oma verloor haar Nederlandse nationaliteit en kreeg de Chinese.

Peter Yin was een Chinees-Nederlandse jongen die het jammer vond dat hij in de jaren 60 niet met zijn vrienden op vakantie naar Spanje kon. Hij besloot zich aan te melden voor de militaire dienst, in de hoop zo de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen. Helaas werd hij afgewezen. Een andere jongen van dezelfde leeftijd, ook Chinees-Nederlands, kreeg echter wel een oproep voor de militaire dienst. Mijn oudste broer maakte hetzelfde mee en kreeg automatisch de Nederlandse nationaliteit. Het was moeilijk te begrijpen waarom het bij de ene wel lukte en bij de andere niet; ik ben daar nog steeds niet achter gekomen.”

Wanneer kwam daar verandering in?

“In 1975 was mijn moeder het zat. Mijn vader moest elk jaar een stempel halen voor zijn verblijfs- en werkvergunning, wat ook veel geld kostte. In die tijd, toen er veel migratie was vanuit het Middellandse Zeegebied naar Nederland, kregen migranten uit Spanje, Marokko en Turkije dezelfde rechten als Nederlanders. De Chinese gemeenschappen ontvingen echter helemaal niets. We kregen geen kinderbijslag, geen subsidies, en zelfs op vakantie gaan kon niet. Mijn moeder vond het oneerlijk dat anderen dat wel kregen, ze was in Nederland geboren en ze had nergens recht op. Enkel omdat ze was getrouwd met een Chinese man.

Uiteindelijk besloot ze haar Nederlandse nationaliteit terug te krijgen. Dat kon, maar het moest gekocht worden, en dat kostte 3500 gulden. Na het betalen werd ze weer Nederlands, en daarmee kregen ook haar kinderen de Nederlandse nationaliteit. Ik ben nu Nederlands, Chinees en Taiwanees, maar dit zorgt nog steeds voor complicaties. In 2012 werd ik ernstig ziek en lag ik in het ziekenhuis. Toen ik een uitkering aanvroeg, kreeg ik te horen: ‘U voldoet niet aan de eisen’, zonder verdere uitleg. Het duurde meer dan twee jaar voordat ik eindelijk een uitkering kreeg. Tot mijn verbazing moest ik ook een gesprek bijwonen om aan te tonen dat ik Nederlands kon lezen en schrijven.

De Chinese gemeenschap werd pas in 2008 erkend als minderheidsgroep in Nederland, terwijl zij de eerste grote migrantengroep in het land waren. Aangezien zij nergens aanspraak konden maken op overheidssteun, hebben we het binnen onze gemeenschappen zelf opgelost door elkaar te helpen met voedsel en financiële middelen.“

Foto uit 1937. Demonstratie tegen de Chinees-Japanse oorlog. In het midden met vlag, meneer Tsang Chong Kitt, aandeelhouder van Chong Kok Low en de Chinese Vereniging. Tevens vader van modeontwerpster Fong Leng.
"Op het gokhuis hing zelfs een bordje dat het streng verboden was voor Nederlanders, alleen Chinezen mochten binnenkomen. Het was ironisch omdat ik zowel Chinees als Nederlands ben."
David Zee

Hoe ging dat?

“Op Katendrecht waren er verschillende gokhuizen, waarvan de eerste, Hap Ji, in 1915 werd geopend. Mensen droegen vaak geld bij, wat leidde tot een gezamenlijke kas. Deze pot werd gebruikt om te helpen wanneer iemand bijvoorbeeld zijn huur niet kon betalen, kleding nodig had, of zakgeld ontbrak. Als iemands auto stuk was, werd dat ook voorgeschoten of geleend.

Mijn vader had best een goede baan, dus ons gezin maakte daar geen gebruik van. In mijn jeugd woonde er een oude man met spierwit haar, die we ‘het sneeuwmannetje’ noemden. Hij was een eerste generatie zeeman, maar zijn gezondheid was slecht. Er werd goed voor hem gezorgd, zodat hij nergens naar om hoefde te kijken. Hij woonde op een kamer en bracht elke dag door in Hap Ji. Iedereen maakte een praatje met hem, en hij ontving eten en drinken; voor hem werd alles betaald, inclusief zakgeld.

Ik ging vaak langs de gokhuizen waar de Chinezen mij kenden. Soms waren er nieuwe Chinese bewoners die mij niet kenden en die mij wilden wegsturen. Ze kregen dan te horen dat ik van een Chinese familie was en dat mijn opa een belangrijke man was in de gemeenschap. Op het gokhuis hing zelfs een bordje dat het streng verboden was voor Nederlanders, alleen Chinezen mochten binnenkomen. Het was ironisch omdat ik zowel Chinees als Nederlands ben.” 

Wat voor impact heeft je familie gehad op de Chinese gemeenschappen?

“Mijn opa had veel aanzien binnen de Chinese gemeenschappen, omdat hij een van de weinigen was die met een Nederlandse vrouw was getrouwd en een onderneming had. Hij bezat een van de eerste Chinese restaurants en was later de eerste Chinese ondernemer met een westers bedrijf.

Enkele jaren geleden werd ik benaderd door iemand van Chinese afkomst die betrokken was bij de Chinese gemeenschappen. Hij was bezorgd over mogelijke conflicten, omdat wij een belangrijke familie binnen die gemeenschappen zijn. Dit is wat ik me pas kort geleden realiseerde.

Mijn tante Jo sprak in de jaren ’20 al Kantonees en Shanghainees. Ze had een bijzondere gave voor het aantrekken van de Chinese mannen. Ze fungeerde als een soort sociaal werker, lang voordat dat een gangbare rol was. Gedurende 70 jaar hielp ze de Chinese gemeenschappen in Nederland, Duitsland, België en Engeland, waar ze bekendstond als Jokoe vanwege haar hulpvaardigheid. Ook mijn opa en een van mijn broers, die helaas al is overleden, hebben veel betekend. Mijn broer sprak vier verschillende dialecten en was waanzinnig goed in lezen en schrijven. Mannen vroegen hem vaak om brieven voor hen te schrijven. Hij werd zelfs benaderd door Heineken om in Hong Kong als manager te werken, maar dat zag hij niet zitten. De status binnen de gemeenschappen van mijn familieleden is aanzienlijk geweest, en dat laat een blijvende indruk achter.”

Foto van de Chinese school in Katendrecht in 1941.

Welk gevoel en gedachte wil je andere mensen meegeven na het lezen van je boek?

“Het doet er niet toe wie je bent of waar je vandaan komt; als je vastberaden bent en je doel nastreeft, kun je het ook bereiken.”

Wat zie je voor je in de toekomst?

“Ik heb dit boek geschreven omdat ik al lange tijd rondleidingen geef en vaak hoor dat mensen vrijwel niets weten over de Chinese gemeenschappen in Nederland. Ze kennen misschien de racistische uitdrukking ‘pinda pinda lekka lekka’, maar niet de ellende en uitdagingen die deze gemeenschap heeft doorstaan. Het verhaal blijft voor velen onbekend, maar gelukkig ontdekken steeds meer mensen, ook door mijn boek, hoe de Chinese gemeenschap naar Nederland is gekomen en welke obstakels zij hebben overwonnen.

Tijdens mijn onderzoek sprak ik met tweede en derde generatie Chinezen die weinig weten over hun Chinese vader of voorouders. Daarnaast merkte ik dat veel jonge mensen uit China, met wie ik de afgelopen jaren in contact kwam, niet eens weten dat in Rotterdam de grootste Chinatown van het Europese vasteland was. Daarom wordt mijn boek ook in China uitgegeven. Mijn opa komt uit Ningbo, en daar hebben veel mensen geen idee van de verhalen die ik vertel. Terwijl veel boeken wetenschappelijk van aard zijn, zijn persoonlijke verhalen voor hen onbekend terrein. Ze vinden het waanzinnig interessant. We zijn nu ook bezig met een museum in Ningbo waar deze foto’s en verhalen worden verteld.” 

De vertaling van het boek van David Zee komt waarschijnlijk volgend jaar uit, hij hoopt dat het boek bijdraagt aan meer bewustwording over de obstakels die de Chinese gemeenschappen hebben overwonnen binnen en buiten Nederland.

1932. Bezoek van de Chinese gezant aan de Chinese vereniging op Katendrecht.

Comments are closed

Sign In

Register

Reset Password

Please enter your username or email address, you will receive a link to create a new password via email.