Heb ik het lef om mensen aan te spreken op racistisch gedrag?

Heb ik het lef om mensen aan te spreken op racistisch gedrag?

In deze column ‘Heb ik het lef mensen aan te spreken op racistisch gedrag?’ – Vertelt Mark zijn ervaringen met racisme in het dagelijks leven als witte Nederlander. En wat hij zelf doet sinds hij bij Asian Raisins werkzaam is.

Geschokt

Zoals het verhaal van mede-raisin Kim: Kim moest naar de dokterspost en daar riep een wildvreemde man haar kant op:“Ni hao, Chinees!”

Ik heb zelf al moeite om willekeurig meisjes aan te spreken, laat staan een oerkreet die nergens op slaat. Ik ben altijd benieuwd wat er in het hoofd van zo’n gast omgaat. Zo maak je toch geen indruk op mensen? Toen Kim mij het verhaal vertelde begon mijn bloed te koken, en ik heb niet eens een Aziatische afkomst. Hoe moet het voor haar wel niet zijn? 

Zoals ze in haar artikel beschrijft: “Van alles gierde door mijn lijf: angst, woede, rillingen.” Haar reactie is is in mijn ogen meer dan logisch. Ik zou dat denk ik ook hebben. Gelukkig zijn de mensen waar ze mee omgaat ook verbijsterd. Enkele reacties: ‘Nee, waarom zou je zoiets zeggen?’; ‘Ik snap niet dat mensen zo zijn’; en; ‘Wtf, hoezo dan?’ Ik denk dat mijn reactie heel erg vergelijkbaar zou zijn als een vriend of vriendin mij zoiets zou WhatsAppen. 

Toch begon ik aan mijzelf te twijfelen. Ik zou ook geschokt reageren, maar zou ik ook ingrijpen als ik het voor me zie gebeuren? Heb ik zelf het lef om iemand hier op aan te spreken? Oordelen over een ander is makkelijk. Maar daadwerkelijk ingrijpen of iemand corrigeren is natuurlijk een heel ander verhaal. Op dat moment wist ik niet dat ik een kleine anderhalve week later voor die test kwam te staan.

"Toch begon ik aan mijzelf te twijfelen. Ik zou ook geschokt reageren, maar zou ik ook ingrijpen als ik het voor me zie gebeuren? Heb ik zelf het lef om iemand hier op aan te spreken? Oordelen over een ander is makkelijk."

Feestdagen

Laat ik beginnen om de scene wat te schetsen.  Ik werk in een drankwinkel in het altijd mooie en zonnige Heerenveen. De winkel zal niet groter zijn dan twintig vierkante meter. Omdat het zo’n kleine winkel is, sta ik vaak alleen te werken. Hier en daar een uitzondering in het weekend of tijdens de feestdagen. Het incident dat zich in mijn winkel afspeelde vond net iets voor de kerstdagen plaats. Normaal is er sprake van een gezellige kerstsfeer… Maar die was ver te zoeken in mijn ogen.

Ik weet het nog als de dag van gister, ik vind het namelijk nog steeds bizar wat zich er die dag heeft afgespeeld.

Op een donderdagmiddag kwam er een Oost-Aziatische vrouw van middelbare leeftijd de winkel binnen. Ik herkende mevrouw Wang meteen, want ze is een ongelofelijk trouwe klant. Online bestellen doet ze niet aan omdat, vooral tijdens corona, de kleinere ondernemer ook een goede omzet gunt. En die goede omzet is vooral dankzij haar mogelijk.  Ze is namelijk eigenaresse van meerdere Chinese restaurants in zowel het dorp als de omgeving. Als ze wat bij ons komt bestellen, dan is dat ook voor een aanzienlijk bedrag! Toen ze de inkopen voor de feestdagen kwam doen, werd het normale bedrag zowat verdubbeld. Na meer dan twintig minuten bezig te zijn geweest om alles te bestellen en te verzamelen, kwam er een andere klant de winkel binnen. De beste man droeg een overall met klompen en had een stevig Fries accent.

#iklachniet

Berenburg

Na het standaard ingestudeerde ‘goedemiddag’, onderbrak de man het gesprek van mevrouw Wang en mij door zichzelf luidkeels af te vragen waar die Berenburg ook alweer stond. Ik attendeerde meneer op het feit dat ik nog met mevrouw bezig was en dat hij na het gesprek de eerste zou zijn. Nog geen drie seconden later had hij zelf de Berenburg al gevonden. Op het moment dat de man richting de kassa loopt, ziet hij dat mevrouw Wang van Aziatische afkomst is. Binnen een seconde roept hij door de winkel, terwijl hij spleetogen trekt met zijn vingers: “Aaaaaaaaaah sambal bij!”

Ik sta met verbazing te kijken terwijl mevrouw Wang het incident voorzichtig weglacht. Mijn gedachte: ‘What the f*ck gebeurt hier nou joh’. Ik kijk van de man richting mevrouw Wang en terug. De man staat met een glimlach van oor tot oor alsof er niks aan de hand is. Dit gebeurde allemaal terwijl hij oogcontact zocht met mevrouw Wang. Had hij nou serieus niet door dat dit A) moker ongemakkelijk was voor iedereen die in de buurt stond, en B) dat het echt mega racistisch was? 

Split second

Dit gebeurde allemaal binnen vijf seconden, en terwijl ik bedacht dat dit dus kennelijk echt overal kon gebeuren had ik de volgende zin al richting de man gelanceerd: “Bent u wel helemaal normaal? Dat kan je toch niet zeggen?” De man reageert geschrokken en leek zich van geen kwaad bewust. “Hoe bedoel je”, vraagt hij. “Hoe bedoel je” herhaal ik. “Je bent toch niet helemaal normaal als je zo iemand in een winkel aanspreekt? Het is toch totaal ongepast en vooral niet grappig?” 

De man denkt even na over wat er nou allemaal gebeurde en zegt met een nog grotere glimlach: “Ja maar ik ken mevrouw Wang! Ik haal altijd bij haar restaurant eten! Ze kan er wel om lachen hoor.” Terwijl ik naar mevrouw Wang kijk zie ik nog steeds een boer die de kiespijn weglacht. Tenenkrommend dit. “Maar meneer”, zeg ik, “als u haar kent, dan is het toch alleen maar gênanter? Wat is de toegevoegde waarde? U weet dat ze Nederlands spreekt en dan gooi je er nog een kreet uit?!” Langzaam lijkt de man te beseffen dat ik hier totaal niet van gediend ben. Schoorvoetend mompelt hij dat het ‘maar een grapje’ was. Terwijl ik weer richting mevrouw Wang kijk zie ik dat ze deze discussie eigenlijk liever wil vergeten, vooral omdat de man gewoon niet wil begrijpen dat het ongelofelijk racistisch is wat hij doet en dat het tegenwoordig gewoon niet meer kan

De man probeert mevrouw Wang bij het gesprek te betrekken door te vragen of ze beledigd was door zijn opmerking. Voor ze ook maar antwoord kan geven spring ik weer terug het gesprek in. “Denk je nou echt dat mevrouw hier gaat zeggen dat ze beledigd is? Je moet zulke dingen gewoon niet meer roepen, zo simpel is het.” Op het moment dat mijn blik kruist met die van de vrouw zie ik een soort dankbaarheid in haar ogen. Zie je wel, had ik toch gelijk.

“Denk je nou echt dat mevrouw hier gaat zeggen dat ze beledigd is? Je moet zulke dingen gewoon niet meer roepen, zo simpel is het.”

Goede intenties

Op het moment dat mevrouw Wang de winkel heeft verlaten spreek ik de man er nog een keer rustig op aan, in de hoop dat ik nu wel bij hem kan doordringen. “Luister, ik snap ergens dat je denkt dat het niet racistisch is, maar dat is het dus wel. Hoe zou jij het vinden als je dag in dag uit zulke zinnen richting je hoofd gegooid krijgt? Dan ben je er toch helemaal klaar mee? Hoe zou jij het vinden als mevrouw Wang voor je gaat staan en naar je roept dat ze zometeen een lekker plakje kaas op haar boterhammetje gaat eten?” “Ja dat zou ik wel vreemd vinden”, zegt de man.

“Weet je”, zegt de man, “je hebt gelijk. Ik moet zulke dingen niet roepen. Ik bedoel het als grapje maar het is eigenlijk alleen voor mijzelf grappig. Mijn intenties zijn niet om racistisch over te komen. Ik kan nu ik erover nadenk meer dan goed begrijpen dat ze het wel vervelend opvat.”

Conclusie?

Ik heb wel het lef om mensen op zulk achterlijk gedrag, want dat is het gewoon, aan te spreken! Het is nu eigenlijk een soort automatisme geworden en daar ben ik echt heel erg blij om. Ik denk niet dat ik had ingegrepen als ik al jullie verhalen niet had gelezen. Het is bizar wat jullie meemaken, en ik wil mijn uiterste best doen om te voorkomen dat het nog veel gaat gebeuren. Dankjewel voor het ‘wakker’ maken dat niet alles grappig is.

Nu is het tijd om mezelf eens ECHT te gaan verdiepen in alles, en ik denk dat ik maar ga beginnen met ‘De bananengeneratie’. Hoe draag jij je je steentje bij aan het verminderen van racisme?

Comments are closed