Deze column is geschreven door Kim Hartgring. Kim is van mening dat er nog te veel onwetendheid is rondom racisme tegen Aziatische Nederlanders en Aziaten in Nederland. Als student journalistiek houdt zij zich bezig met het juist overbrengen van informatie. Ze wil door het schrijven bij Asian Raisins meer awareness creëren en hoopt Nederland zo een stukje inclusiever te maken.
Ik was al aan de late kant toen ik mijn fiets snel op slot zette naast de dokterspost. Het was 14:42 en mijn afspraak zou eigenlijk om 14:40 zijn. Ik ben enigszins verbaasd wanneer ik naar de grote schuifdeuren toe loop en een jonge man in een onesie zie staan. De man lacht en zwaait lief naar de vrouw die in haar kleine grijze auto voorbij komt tuffen. ‘Wat lief’, dacht ik nog. ‘Dat hij oude vrouwtjes aan het lachen maakt.’ Totdat de schuifdeuren door de beweging van mijn hand open gaan...
“Ni Hao, Chinees!”, riep de man. “Vind je dit serieus grappig? Heel jammer dit!”, schreeuwde ik terug voordat ik mijn mondkapje opzette. De man brabbelde nog wat, maar ik was al doorgelopen naar de hal. Ik had geen zin om de onzin aan te horen die hij nog uitkraamde. Ik was tenslotte al laat voor mijn afspraak. Dus ik liep snel de trap op, begroette de mensen in de wachtkamer en ging gehaast op een blauw gespoten stoeltje zitten. Gelukkig lopen doktersafspraken altijd een paar minuten uit, dus ik hoefde me niet schuldig te voelen om te laat te zijn. De groepsapp met m’n vriendinnen raasde alle kanten op toen ze hoorden wat er gebeurd was. Verschillende Whatsappstickers kwamen voorbij die me normaal gesproken zouden laten lachen, maar deze keer niet.
Eén van de werknemers herkende iemand die de trap op kwam. Ze praatten wat terwijl op datzelfde moment de bruine staart van een onesie achter de witte paal vandaan kwam. ‘Het zal toch niet hè?’, dacht ik. Dezelfde man die buiten op de stoep stond zat nu voor me in de wachtkamer.
Van alles gierde door mijn lijf: angst, woede, rillingen. Ik keek hem aan en – “Hee, sorry van wat ik daarnet zei. Maar ik bedoelde het goed.” Ik was zó ontzettend boos op die vent. Maar ik weet dat ik mijn woede goed onder controle kan houden. “Je bedoelde het goed? Mij uitschelden bedoel je goed?” Mijn trillende handen trokken wit weg. “Ja, nee ik heb een vriend uit Japan en daar heb ik geleerd dat ‘Ni Hao’ een begroeting is.” Bullshit. Pure onzin kraamt hij nu uit, hij weet dat hij fout zat en hij probeert er nu onderuit te komen. Ik sloot m’n ogen voor enkele seconden en hield mijn adem in voordat ik iets wilde zeggen.
“Je bedoelde het goed? Mij uitschelden bedoel je goed?”
“Eh, sorry”, zei de man weer. Toen ik hem aankeek, kwam er een kleine vrouw aangelopen. “Dit is mijn begeleider, zij moet alles weten, dus eh.” Hij richtte zijn blik op de kortademige vrouw. “Ik zei beneden iets wat zij niet zo leuk vond, maar…” Hij schudde met zijn hand naar beneden op de manier hoe Martien Meiland altijd met zijn handen schudt. “Ach, laat maar joh! Ik doe het zelf wel.” hoor ik hem bijna zeggen.
Ik voelde mijn wangen warm worden van woede en wilde mijn mond weer opentrekken, toen de dokter mijn naam zei. ‘Oeh, jij hebt zó ontzettend veel geluk hè, jochie’, dacht ik, terwijl ik naar de dokter liep. Toen ik voorbij de witte paal liep zei hij nog eens sorry en glimlachte. Kansloos, dacht ik. “Dankjewel”, zei ik toen tegen hem. Of hij zijn excuses nu meende of niet, ik heb het geaccepteerd en ga nu verder met mijn leven. Achteraf gezien meende ik wat ik zei, ook toen ik hem bedankte voor zijn excuus.
‘OMG WTF😡’
‘Nee, waarom zou je ‘Ni Hao’ zeggen?’
‘Ik snap niet dat mensen zo zijn’
‘Maar hij schold je uit het niets uit?’
‘Dit was zonder aanleiding?’
‘Wtf, hoezo dan?’
Dit zijn enkele reacties die ik online kreeg van vrienden en kennissen. Moet er een aanleiding voor zijn dan? Mensen doen dat altijd, zonder aanleiding. Dat is toch algemeen bekend, dacht ik. Niet dus. “Wat zei hij dan tegen je?” Uh, ja ‘the usual: Ni Hao.’ Dat ik dezelfde crap aan moet horen als ik rustig ergens loop, blijkt helemaal niet zo usual te zijn voor mijn witte vrienden.
Ik laat mezelf en mijn mening meer horen omtrent het racisme tegen Nederlandse Oost- en Zuidoost-Aziaten. Dat merken ook mijn vrienden. Toen ik het verhaal bij de dokter deelde via social media kreeg ik erg veel reacties zoals: “Oh, heeft hij dat echt gezegd? Is dat echt gebeurd? Zei hij dat zonder aanleiding?” Waar ik verbaasd ‘ja’ op reageerde. Voor mij is het helaas normaal geworden dat mensen mij zonder reden naroepen op straat, me uitschelden of uitlachen om mijn Oost-Aziatische uiterlijk. Ik dacht ook dat het algemeen bekend was dat haast elke Oost- en Zuidoost-Aziaat dat meemaakt in Nederland, uitzonderingen daargelaten. Maar mijn vrienden hadden daar nooit een benul bij.
Als ik het er met ze over heb, zeggen ze dingen als: “Ik snap niet dat mensen dat zeggen.” Nee, ik ook niet. Gelukkig steunen mijn vrienden me en vinden ze het krachtig en goed wanneer ik voor mezelf opkom. Toen ik in de wachtkamer bij de dokter dezelfde man tegenkwam bijvoorbeeld. Maar mensen zien niet in dat racisme tegen Nederlandse Oost- en Zuidoost-Aziaten een serieus probleem is.
Sambal bij? – richting school. Hee! Heb jij ook een vleermuis bij je? – op het station. Hee! Chinees! – in de Albert Heijn.
Sambal bij? – richting school. Hee! Heb jij ook een vleermuis bij je? – op het station. Hee! Chinees! – in de Albert Heijn met m’n witte moeder. Kijk daar eens, BABI PANGANG! – in de trein wanneer ik een zitplaats zoek. Gelukkig gebeurt dit niet dagelijks, maar als ik langs een man of jongetje van zeven loop of fiets houd ik mijn adem in en denk ik altijd: ‘Oké, nu komt het – het moment waarop ze me uitschelden of naroepen.’ Maar soms komt het niet en voel ik een grote opluchting.
Ik voel me ongemakkelijk als ik langs witte jongens moet lopen. Het voelt onveilig, omdat zij vaak een racistische opmerking maken. Veel van mijn lieve vrienden steunen me en zijn trots als ik van me af bijt. Toch is het pijnlijk om, vooral aan vrienden, uit te moeten leggen waarom het gebeurt. Ze vragen of het zonder enige aanleiding gebeurt. Ja, natuurlijk, waarom zou ik die pester überhaupt een aanleiding willen geven?
Ik wil niet uitgescholden worden op straat. De enige aanleiding die ik kan bedenken is mijn uiterlijk. Ik ben Nederlands, maar heb een Oost-Aziatisch uiterlijk. Mijn uiterlijk geeft hun dan de aanleiding. Zou ik daar dan iets aan moeten doen? Nou, dacht het toch even niet. Behalve mezelf verdedigen tegen zulke respectloze opmerkingen. Als je mij ziet hoef je niet ‘Chinees’ te roepen. Ik weet zelf toch ook wel hoe ik eruit zie, hoeft een vreemde mij echt niet te vertellen hoor.
Mijn uiterlijk is de aanleiding voor deze micro-agressie. Moet ik dan niet meer naar school gaan of zelf boodschappen doen? Dan geef ik ze ook geen aanleiding. Want dan zien ze me niet. Ik ga me niet verbergen om mijn uiterlijk. Het probleem ligt bij hen, het ligt niet aan mij.
Een Aziatische Nederlander wordt net zo vaak uitgescholden als de hoeveelheid McDonalds die aanwezig is in een Amerikaanse wijk. Op elke hoek dus.
Chinees zijn vind ik geen belediging, ik ben trots op wie ik ben en waar ik vandaan kom. Maar het wordt in een vreemde zijn mond gebruikt als een kwetsend woord. Net zoals ‘homo.’ Er is helemaal niets mis met iemand zijn/haar/hun seksuele geaardheid, maar mensen maken er een scheldwoord van door de kleinerende toon waarop ze het zeggen. “Maar iemand met rood haar wordt ook wel eens vuurtoren genoemd.” Dat is dus een gevalletje bagatelliseren van het onderwerp.. Ja, dat gebeurt inderdaad. Is het daarom minder erg? Nee. “Je moet het maar gewoon negeren. Wij houden van je en dat is wat telt.” zeggen mijn ouders. Nee.
Mensen moeten inzien en leren dat dit pestgedrag is. Een Nederlander maakt één keer op een dag een racistische opmerking naar een Aziatisch persoon. Maar de Aziatische persoon in kwestie loopt de hele dag rond tussen witte mensen. Diegene wordt net zo vaak uitgescholden als de hoeveelheid McDonald’s die voorkomt in een Amerikaanse wijk. Op elke hoek dus.
Als er op school veelvuldig mensen kleinerende opmerking maken naar een persoon, dan wordt dat verstaan onder pesten. Maar bij Oost- en Zuidoost-Aziaten is de wereld de klas en zijn wij de pispaaltjes. Dezelfde opmerkingen worden veelvuldig naar ons hoofd geslingerd door verschillende mensen. Dit is interpersoonlijk racisme.
Het is niet ‘maar één racistische opmerking’ die mijn bloed laat koken van woede. Het zijn de talloze keren dat deze racistische opmerkingen mijn zussen, broer en mijzelf raken. Het is een probleem; het gebeurt dagelijks bij veel Nederlandse Oost- en Zuidoost-Aziaten. Dus als je iets hoort of ziet: zeg er dan alsjeblieft iets van. Kom op voor die ene persoon in de klas die niets terug durft te zeggen, omdat het dan alleen maar erger wordt. De wereld is nu de klas, wees geen pester of meeloper, maar kom op voor anderen. Als niemand ze vertelt dat het fout is wat zij zeggen of doen, dan leren ze het nooit.
Lees ook de column van Jade Joosten “Joh, het is maar een grapje: Hoe onschuldige humor destructief en dehumaniserend kan zijn”.
Comments are closed