Als vrienden me vroeger liefkozend benaderden met ‘Pindaatje’ sloeg ik daar meestal geen acht op. Soms stak het een beetje, maar meestal dacht ik dat het erbij hoorde. Het was vaak ook bedoeld om de intimiteit van onze vriendschap te bevestigen, denk ik. Zo van “wij zijn zulke goede vrienden dat we dat gewoon tegen je kunnen zeggen”. Al onderzoekend zag ik in dat het eigenlijk best gek is om op deze manier iemand z’n identiteit te omschrijven. Het reduceerde mij tot slechts dat: een pinda(atje).
Niemand zou op basis van slechts zijn of haar huidskleur, afkomst of seksuele voorkeur omschreven moeten worden. Dat werkt zo beperkend en het geeft je een gevoel van buitengesloten worden.
Creatief: Peggy Driessen (Amsterdam)
Titel – creatief: visual concept designer
IG account: @shift_over
Website: www.shiftover.nl
When my friends affectionately called me “Peanut” in the past, I usually ignored them. Sometimes it stung a little but usually I thought it was just a part of it. It was often meant to indicate the intimacy of our friendship, I thought. Like “we’re such good friends that we may say such things to you”. But after doing more research, I began to realize that it was a really strange thing to describe someone’s identity like this. It reduced me to just that: a (little) peanut.
No one should be described on the sole basis of their hair colour, ethnicity or sexual preference. This is so limiting and gives you the feeling of being excluded.
Comments are closed