Het stelen en toe-eigenen van cultuur, oftewel culturele toe-eigening, is een vorm van onderliggend of onbewust racisme. Het is tevens een vorm van onderdrukking die niet altijd direct wordt herkend. Het is onder andere het belachelijk maken van bijvoorbeeld religie, leefstijl, eetcultuur en uiterlijk, maar het kan ook gaan om het stelen voor eigen gewin. Bagatelliseren van dit fenomeen vormt een groot onzichtbaar probleem.
Illustraties door: Maaike Hartjes
Discriminatie van en racisme tegen Oost- en Zuidoost-Aziaten worden vaak niet serieus genomen, en dat heeft te maken met een aantal factoren. Deze worden als gevolg van bagatelliseren niet erkend als racistisch of discriminerend, terwijl ze in de regel wel zo zijn.
Binnen de Nederlandse context is hierover vrijwel niets geschreven of gepubliceerd. Eigenlijk is er amper een podium dat een nieuw perspectief biedt. Dit heeft als gevolg dat het op structurele wijze onzichtbaar blijft. Het bagatelliseren van discriminatie en racisme lijkt hierdoor normaal in de Nederlandse samenleving.
Hiernaast speelt anti-zwart racisme ook een gigantische rol. Dankzij jaren emotional labour en antiracisme werk van zwarte gemeenschappen kunnen we het daarom ook hebben over andere vormen van uitsluiting en racisme. Zoals Reza Kartosen-Wong aangeeft: Hij is vaak één van de weinige Nederlanders met Aziatische roots bij anti-racisme bijeenkomsten. Daarom is het hoog tijd dat meer Aziatische Nederlanders zich uitspreken tegen anti-zwart racisme. ‘Wij weten hoe verwoestend racisme is én we plukken de vruchten van het werk van zwarte antiracismeactivisten.’
Bekijk ook: Keti Koti 2021 evenementen rondom Utrecht, Keti Koti 2021 evenementen in Amsterdam, ‘Anti-zwart racisme is duidelijk een systeem dat voortkomt uit het koloniale verleden’ en Zwart Manifest.
Laten we beginnen met de betekenis van het woord. In het boek: “Hallo, witte mensen” definieert Anousha Nzume van o.a Dipsaus Podcast de term “culturele toe-eigening” als “het klakkeloos overnemen van een gebruik, traditie, look, symbool, taal, of een ander cultureel kenmerk van een gemarginaliseerde groep.” Simpelweg gezegd: culturele diefstal. Koop sowieso dit boek als je meer wilt weten over racisme. Het is hét anti-racisme basisboek dat iedereen gelezen zou moeten hebben.
Culturele diefstal is dus ook een onderdeel van institutioneel racisme. Institutioneel racisme is het systematisch uitsluiten, marginaliseren en discrimineren van groepen op basis van geschreven maar vooral ook ongeschreven regels zoals tradities, gedrag en omgangsvormen. Bij voorbeelden van institutioneel racisme kun je ook denken aan: etnisch profileren bij de belastingdienst: de toeslagenaffaire en de politie.
Witte mensen profiteren van de culturele kenmerken van een gemarginaliseerde groep en deze buiten zij dan uit door erop te kapitaliseren. De kenmerken worden vervormd waarbij ze vertellen dat zij het zelf hebben bedacht, terwijl dat helemaal niet zo is.
Het is het ‘doen alsof’ de witte mensen iets ‘nieuws’ hebben bedacht of deze zogenaamd hebben uitgevonden. Terwijl ze eigenlijk iets van een cultuur afpakken en dan bijvoorbeeld een andere naam eraan geven. Of dat er wordt meegelift op de naam en dat op iets wat helemaal niets te maken heeft met de oorsprong.
Culturele elementen die een diepe betekenis hebben voor de cultuur waar ze vandaan komen, kunnen witte mensen als ‘exotisch’, ‘mode’ en ‘trend’ benoemen of toe-eigenen. Het is hiernaast voor witte mensen ook makkelijker om ‘rijk’ en ‘beroemd’ te worden ten opzichte van de gemarginaliseerde groep die hier mensen van kleur zijn. Witte mensen krijgen niet te maken met de vooroordelen en de stereotypes waar gemarginaliseerde groepen en mensen van kleur wél mee te maken krijgen.
Het tegenargument dat vaak wordt gebruikt wanneer er sprake is van culturele toe-eigening, is dat ze dan doen alsof het een ‘compliment’ is naar die cultuur waarvan de kenmerken zijn gestolen. Het is iets dat niet altijd wordt herkend en erkend als iets negatiefs, waardoor dit daarom wordt gebagatelliseerd. Het stelen en uitbuiten van cultuur is ten allen tijde respectloos, fout en draagt bij aan structurele onderdrukking.
Bij documentaires, films, programma’s die worden gemaakt over bepaalde culturen, valt het op dat er weinig tot geen mensen met bi-culturele achtergrond deze maken maar witte mensen. Zie bijvoorbeeld een VPRO documentaire zoals ‘Toki doki’ van Paulien Cornelisse, een witte vrouw die naar Japan gaat om een documentaire over ‘de Japanners’ te maken.
Het is een vorm van oriëntalisme en othering. Het wordt vanuit een wit en Hollands perspectief gemaakt. Door zogenaamd op ‘ontdekkingsreis’ te gaan en te kijken hoe ‘apart’ een bepaalde groep mensen wel niet is omdat het niet voldoet aan het Westen. De introductie van het eerste seizoen: “Meestal word Japan afgeschilderd als een rariteitenkabinet, Japanners dat zijn toch die mensen die altijd zo gek doen op TV? Of die juist zo super formeel met elkaar omgaan? Maar zo is Japan niet echt. Japanners doen soms raar maar soms ontstellend gewoon.” wordt gezegd.
Hier worden als eerste de stereotypes ontkracht door te zeggen dat Japan niet zo is in de realiteit maar dit inzicht blinkt niet uit in de fragmenten die daarna komen: “Japanners doen soms raar maar soms ontstellend gewoon” en “Ik dacht als ik de taal zou begrijpen dat ik ook ‘de Japanners’ zou begrijpen.” Het is dehumaniserend om een gehele groep te generaliseren door te praten over ‘de Japanners’, die ‘soms raar maar soms ontstellend gewoon’ zijn. Alsof ze dierentuindieren zijn die ‘ontdekt’ worden door witte mensen. Hiernaast worden documentaires als deze gepresenteerd alsof dit de waarheid is voor een gehele bevolkingsgroep waardoor zij geframed worden in onjuiste negatieve beeldvorming.
Pakhuis de Zwijger met het programma ‘Wij vs Zij #8: Cultuurkapers’.
Culturele toe-eigening draagt bij aan het innemen van de plaats van gemarginaliseerde groepen. De verhalen en geschiedenis van deze culturen worden genegeerd en niet verteld, waardoor mensen in onjuiste negatieve stereotypes blijven geloven die door witte mensen zijn gecreëerd. Er wordt geen ander perspectief getoond. Het resultaat daarvan is ook dat institutioneel racisme in stand wordt gehouden. Ook worden bijvoorbeeld de producten en of diensten voor veel meer geld verkocht waardoor de mensen waar de cultuur vandaan komt, zelf niet meer kunnen kopen.
Als dingen niet direct zichtbaar zijn, betekent het niet gelijk dat het niet bestaat of dat niemand zich daarover heeft uitgesproken. Het is daarom erg belangrijk om te luisteren naar mensen van kleur en wat ze nou precies proberen te vertellen als het gaat om institutioneel racisme.
Neem de Saladebar SLA die in 2020 een salade naar de Vietnamese baguette ‘Bánh mì’ heeft vernoemd. Deze houden geen verband met elkaar. Tegenwoordig is Vietnamese streetfood erg populair en kennen veel meer mensen de Vietnamese keuken. De bar lift mee met de naam ‘Bánh mì’ en gebruikt de Vietnamese cultuur om het te verkopen. Hiermee gebruiken ze de naam en liften ze mee op de cultuur. Terwijl het twee hele andere dingen zijn. Bánh mì is een Vietnamees broodje en geen salade.
Een ander voorbeeld is dat van Tessa Yến Nguyễn (Mai Mai collective). Albert Heijn verkocht een kant-en-klaar noedelgerecht dat benoemd was tot Phõ.Terwijl het verre van het originele gerecht is. Ze liften mee op de naam van de oorsprong, terwijl dit helemaal niets erop lijkt. Met sarcastische en bagatelliserende opmerkingen van dien op deze nieuwsartikelen.
Hiernaast is het in het nieuws benoemd tot de Vietnamese ‘rel soep’. Het geeft nogmaals weer dat er sprake is van een ‘rel’ als men kritiek erop uit of zich ertegen uitspreekt. De soep wordt nog steeds verkocht.
De Vietnamese gemeenschap wordt door deze producten ook niet gesteund. Het gerecht wordt afgepakt. Hiernaast wordt de cultuur van herkomst ook vergeten. Zoals prijswinnende kookboekenschrijver Nadia Zerouali zegt in Trouw: “niet doen alsof je het allemaal zelf hebt bedacht.” Als je meer wilt weten over culturele toe-eigening in de culinaire cultuur zal er in het tweede seizoen van de “Bonte was podcast” uitvoerig met Nadia worden gesproken.
Culturele diefstal vond ook plaats in 2018 toen een koppel “eindelijk” een “gezond en schoon Chinees restaurant” had geopend in New York. Het was gedoopt tot “Lucky Lee’s”. Lee is een typische Oost-Aziatische achternaam met veel verschillende variaties: Li, Lie, Lai, en Lê. Deze namen komen onder andere ook voor in Taiwan, Japan, Korea, Vietnam, Thailand, Laos, Cambodja, Myanmar, Tibet, Mongolië. Volgens Arielle Haspel, de eigenares van “Lucky Lee”, is het restaurant vernoemd naar de naam van haar man – ze zijn beide wit.
Weliswaar kan Lee ook een traditionele Engelse achternaam zijn maar vanwege de producten die Lucky Lee’s verkoopt, is het overduidelijk dat ze voor een Aziatisch klinkende vibe gingen. De naam “Lucky Lee’s” is eigenlijk een soort ‘verbale yellowface’: “Ik heb eigenlijk een Engelse naam maar ik doe alsof het Aziatisch is.” Het is dat ‘doen alsof’ waar het om draait bij culturele diefstal.
Het verwijst ook naar een stereotype beeld om meer klanten te werven, ‘exotisch’ te klinken en om ‘authentieker’ te lijken en hiermee geld te verdienen.
Bij culturele toe-eigening kan de cultuur ook worden neergezet als minderwaardig. Door bijvoorbeeld het stereotype in stand te houden dat (Oost-)Aziatisch eten je een opgeblazen, vies gevoel geeft, en dat het te vettig en te zout is.
“We horen dat je geobsedeerd bent met het gerecht “Lo Mein” maar dat je dit amper eet. Je zegt dat het je de volgende dag een opgeblazen en vies gevoel geeft. Wacht maar tot je onze “High Lo Mein” hebt gegeten. Niet te vettig of te zout.” aldus een Instagram post door Lucky Lee – deze is inmiddels verwijderd. Het lijkt alsof (Oost-)Aziatisch eten niet lekker kan zijn als het wordt gemaakt door (Oost-)Aziaten.
De (Oost-)Aziatische keuken wordt op structurele wijze niet gerespecteerd en gewaardeerd waardoor het wordt uitgesloten van ‘haute cuisine’.
Een recent voorbeeld is een artikel waarin tekst en fragmenten worden getoond uit de serie ‘Flikken Maastricht’. Het citaat “Wolfs is van de verfijnde keuken, Eva doe je een groter plezier met Chinees eten.” benadrukt dat ‘Chinees eten’ geen verfijnde keuken zou zijn. In de fragmenten is te zien dat er alleen sprake is van Chinees-Indische restaurants als de keuken is aangepast aan de Hollandse smaak. Ook worden fragmenten getoond waar Eva een oester proeft en waar Wolfs zegt: “Welkom in de wereld van de verfijnde smaak”.
In mijn ervaring wordt er juist ‘verfijnd’ gegeten in de Chinese keuken. Er is sprake van jaren training voor de kennis en skills die de koks moeten hebben voordat ze überhaupt mogen koken. Door middel van teksten dat ‘Chinees eten’ alleen verwijst naar de Chinees-Indische restaurants, terwijl het veel meer is dan dat, wordt ook weer dat stereotype in stand gehouden. Specificeren is daarom heel erg belangrijk. Check daarom ook deze Chinese restaurants die de Asian Raisins community aanraadt: Full Moon City, Wong Kee in Den Haag, Golden House in Rijswijk, Tai Wu en Grand Garden in Rotterdam zijn een aantal voorbeelden.
De Amsterdamse nachtclub “Jimmy Woo” is gecreëerd door horecaondernemer Casper Reinders. Met de geruchten dat ‘Woo’ een welgestelde zakenman uit Hong Kong is en naast het runnen van een opiumhandel een “groot kungfu-grootmeester” zou zijn.
Deze opzettelijke geruchten werd door Casper zelf bedacht als onderdeel van zijn marketing strategie. Hij creëerde een ‘mysterieuze’ personage, waardoor mensen meer interesse zouden tonen. Zodat mensen zouden moeten gaan ontrafelen wie die man nou zou zijn. Niemand had hem namelijk ooit gezien of daadwerkelijk gesproken. Zelfs tot op heden is het e-mail adres: mr.woo@jimmywoo.com.
De stereotype beeldvorming wordt hier ook weer in stand gehouden, dat een zakenman ook zou behoren tot de Chinese maffia en dat hij tegelijk ook nog een kungfu-meester zou zijn. Met een snelle Google search kwam ik op de Wikipedia over Jimmy Woo. Ik zie gelijk al ‘Kung Fu Grandmaster Sansoo § Jimmy H. Woo’ en daaronder: ‘Hong Kong businessman James Wu’. Bijna precies hetzelfde als de ‘mysterieuze’ type die bedacht is door Casper Reinders.
Het mysterieuze, nietszeggende is ook niet nieuw. In de media worden Oost-Aziaten vaak ook zo geportretteerd. Zie bijvoorbeeld de populaire film ‘Perfect Pitch’ met actrice Hana Mae Lee die de karakter Lilly Onakuramara speelt. Lilly wordt weergegeven als: raar, eigenzinnig en stil meisje. Wanneer ze spreekt, kan bijna niemand haar horen of dan wordt ze uitgelachen.
‘Happy Happy Joy Joy’ is onderdeel van restaurantketen IQ Creative met eigenaar Bert van der Leden. Ze liften mee met de cultuur en kapitaliseren op de keuken waar het vandaan komt. Ze representeren deze ook niet juist door het respectloos te behandelen door bijvoorbeeld fotoshoot(s) met eetstokjes in de haren en ín het eten.
Eetstokjes is voor eten en niet om in je haar te stoppen. Het is onhygiënisch en daarvoor zijn deze niet voor gemaakt. Hiervoor bestaan speciale ‘haarstokken’. Verder nooit je stokjes in je eten doen en deze te laten rusten in je kom of bord. Deze kun je ernaast doen want het is respectloos en niet oké om te doen omdat dit verwijst naar verbranden van wierook en het ritueel om de overledenen te voeren met het eten.
Hiernaast beschrijven zij zichzelf als alle beste ‘Aziatische’ smaken verzameld die ‘authentiek, vers, verrassend en bevredigend’ zijn. Waar zij ‘Aziatisch’ highlighten als Thailand, Vietnam, Korea en China. Aziatisch is veel meer dan Oost- en Zuidoost-Azië! Denk aan Rusland dat onderdeel is van Azië, maar ook India, Afghanistan en Turkije.
Culturele toe-eigening zit al in de naam van deze podcast. De maker heeft geen vader die een afhaalchinees heeft. Haar vader is ook geen Chinese man. Hier zit geen logica in. Waarom zou de maker deze podcast het zo benoemen?
De podcast die is alleen vernoemd naar de eerste pilot aflevering: “Mijn vader is een afhaalchinees”. Gemaakt door een productie met enkel witte mensen zonder enige betrekking van de gemarginaliseerde groep in kwestie. Er is geen andere aanleiding voor de naam dan het onderwerp van de eerste aflevering dat gaat over ‘de afhaalchinees.’
De maker en host Felicia Alberding is zoals ze zelf zegt ‘een echte tatta.’ De VPRO website schrijft dat persoonlijke verhalen van de andere kant van het luikje, de vitrine en de deur van het restaurant gehoord worden. Felicia neemt je mee in haar zoektocht naar “grensoverschrijdende gerechten die ons binnen de Nederlandse grens verbinden, maar ook splijten.”
Het concept achter deze podcast is alleen tof omdat het hoofddoel verbinding is door mensen achter het eten een podium te bieden om te vertellen over hun ervaringen. Het is storend dat er zo wordt gekeken naar gemarginaliseerde groepen als de ‘ander’ en iets om te ontdekken, want het is oh zo ‘mysterieus’ achter dat luikje en de deur van het restaurant.
Felicia maakt een podcast zonder enig vooronderzoek te doen en gemarginaliseerde groepen te betrekken bij de productie. De podcast is voornamelijk gemaakt voor een wit publiek: er wordt getoond hoe ‘anders’ de eetcultuur is van de verschillende keukens.
Ze beschrijft in haar tweede aflevering van de podcast: “Ik voelde me ongemakkelijk. Ik zat midden in het maken van de aflevering over culturele toe-eigening en dacht: maak ik mezelf ook niet schuldig aan toe-eigening door dit verhaal te vertellen? De mensen vertellen in de podcast hun eigen verhaal, maar ik klets alles aan elkaar.”
Ze heeft nagedacht over toe-eigening, maar in hoeverre heeft ze dat doorgezet? De podcast is inmiddels wat langer dan een jaar oud. Wat is haar kijk op de productie van deze podcast nu?
In het interview met Felicia zie je hoe het thema en de huisstijl van de podcast worden vormgegeven, wat bijdraagt aan het stereotyperen. De locatie en beelden die zijn gefilmd, gepaard met de Oriëntaalse ‘geluiden’.
In oude theaterstukken over ”de Oriënt” waren bepaalde muzikale motieven die geassocieerd werden met een bepaalde cultuur. Het instrument: “hobo” was bijvoorbeeld gelinkt met Arabische cultuur. Dus wanneer men een hobo hoorde dan dacht men meteen aan Arabieren.
Zo werden Oost-Aziatische culturen in 19e eeuwse theaterstukken gepresenteerd door zogenaamde Oosterse muziek die volledig door Europeanen is bedacht. Oost-Aziatische culturen worden begeleid met vijftonigheid en was in octaven in plaats van harmonie. De muziekstukken die zijn geschreven proberen dan ook niet het Oosten te imiteren maar te representeren. Zo nemen ze dus de stem van de “Oriëntaalse” mensen weg om zichzelf te representeren. Dus, die Oriëntaalse geluidjes en muzikale motiefjes in ‘Mijn Vader is een Afhaalchinees’ stammen af van een lange geschiedenis die geworteld is in het (Muzikaal) Oriëntalisme.
De Chinese karakters in beeld benadrukken namelijk maar weer hoe mensen met Oost- en Zuidoost-Aziatische afkomst worden neergezet.
Andere beruchte voorbeelden van culturele toe-eigening zijn stereotypen zoals het Indiaanse opperhoofd, de Japanse geisha of de Arabische sjeik. Hierbij gaat het niet om de persoon maar om het zogenaamde ‘Halloween kostuum’. Op deze manier wordt de oorspronkelijke belangrijke culturele betekenis gereduceerd tot een ‘kostuum’. Deze wordt gedragen door de bevoordeelde groep om ‘een plezier’ te hebben. Een andere cultuur dan je eigen is geen kostuum.
Een Bindi is bijvoorbeeld een symbool dat verschillende aspecten in ook Hindoeïsme representeert. Het staat onder andere voor het derde oog: een plek van wijsheid en spiritualiteit. Voor sommige ‘festivalgangers’ wordt het gezien als ‘een leuke accessoire’. Het is daarentegen respectloos om het te dragen zonder enig onderzoek te doen naar de herkomst. Draag dit dus niet zomaar!
Bekijk ook de Pakhuis de Zwijger livestream terug met het programma ‘Wij vs Zij #8: Cultuurkapers’ waar ook heel goed culturele toe-eigening bij Holi wordt uitgelegd door Holi is geen houseparty. Maar ook het artikel: ‘Het racisme van Rituals: hoe Holi wordt witgewassen’ en iets recenter: ‘Rituals criticised for racist ‘oriental’ style’.
Culturele toe-eigening is niet alleen zichtbaar in de eetcultuur en zogenaamde kostuums maar ook in de mode.
In 2019 had realityster Kim Kardashian haar ondergoedlijn “Kimono” genoemd, wat respectloos is naar het gelijknamige traditionele Japanse kledingstuk. De betekenis en oorsprong van de kimono is namelijk helemaal weggenomen. Kimono’s worden in de mode-industrie tegenwoordig ook gebruikt als een marketingtactiek om de kledingstukken ‘exotisch’ te laten klinken. Bij winkels zoals H&M en Boohoo noemen ze een lange vest of japon met lange wijde mouwen ook een ‘kimono‘. Waardoor de betekenis van ‘kimono’ in de Westerse modewereld is veranderd.
Het ontstaan van de kimono komt van de traditionele hanfu Chinese klederdracht die in Japan is geïntroduceerd, zoals veel cultuur in Japan. Waar daarna de kleding is veranderd door de jaren heen naar de Japanse kimono die we tegenwoordig kennen.
Noem een lange vest of een japon met lange wijde mouwen dan ook geen ‘kimono’ omdat het geen kimono is. Dit houdt institutioneel racisme in stand door betekenissen te veranderen en te ‘whitewashen.’
In de Nederlandse kinderserie ‘Koekeloere’ met een fragment van Moffel en Piertje zie je een aantal Qipao’s hangen. Waar ze reageren met: “Oh, moet je zien al die kimono’s” wat erg fout is. Het is namelijk geen kimono maar een Qipao of Cheongsam. Verspreid daarom ook de juiste informatie. Zie hier de evolutie van de Chinese klederdracht en de cheongsam.
In hetzelfde fragment wordt er ‘nep-Chinees’ gesproken met zogenaamde ‘Chinees klinkende tonen’. Dat laat ik voor ander artikel.
Bij culturele toe-eigening wordt er een kenmerk gestolen. Hierbij kunnen witte mensen deze afdoen wanneer ze willen. Ze kunnen de vooroordelen en kenmerken van hen afschuiven op het moment dat zij bijvoorbeeld gaan solliciteren. Dit is wat de gemarginaliseerde groep niet kan omdat het onderdeel is van hun identiteit. Hierdoor minimaliseren witte mensen de onderdrukking met culturele toe-eigening.
Wanneer witte mensen zich een kenmerk toeëigenen van een gemarginaliseerde groep, krijgen zij niet te maken met dezelfde vooroordelen als iemand uit die gemarginaliseerde groep.
Het kenmerk wordt ineens als ‘cool’ en ‘trendy’ gezien wanneer het wordt gestolen en gedragen door witte mensen, terwijl dit voorheen bij mensen van de gemarginaliseerde cultuur juist als inferieur werd beschouwd.
Zoals te zien bij bijvoorbeeld Zendaya en Kylie Jenner. In een Vice-artikel schrijft Zoya Patel: “Toen ik opgroeide werd ik regelmatig gepest omdat ik traditionele Indiase kleding droeg. Het zien van een andere willekeurige witte vrouw of beroemdheid in dezelfde outfit, is dan ook een klap in mijn gezicht. Zij kunnen er voor kiezen om het kostuum uit te trekken en terug te keren naar hun dagelijks leven wanneer ze dat maar willen. Ik kan daarentegen mijn Indiase uiterlijk niet zomaar laten verdwijnen.”
De conclusie: “Mag je nu alleen items dragen uit je eigen cultuur, en gerechten maken en bedenken die uit je eigen cultuur komt? Mag je nu alleen verhalen schrijven, films maken over je eigen cultuur en perspectief?” Nee maar…
Bij culturele waardering wordt de cultuur en herkomst gerespecteerd en onderzocht voordat hier inspiratie vandaan wordt gehaald en gestolen. Hierbij wordt er direct samen met de gemarginaliseerde groepen gewerkt en wordt er budget vrijgemaakt voor hun bijdrage en kennis. Zij worden vanaf het begin van het maakproces betrokken, gerespecteerd, gewaardeerd, gelijkwaardig behandeld en er wordt direct wat terug gegeven aan de cultuur van herkomst.
Dit staat tegenover het stelen en klakkeloos overnemen van de kenmerken zonder research te doen en culturele toe-eigening. Hierbij geef je namelijk de eer aan de gemarginaliseerde groepen waar de cultuur vandaan komt. Hierbij wordt er geluisterd naar de verhalen, gelezen over de geschiedenis achter de kenmerken van een cultuur. Het is een kwestie van meer geven dan nemen en geen sprake van alleen nemen en stelen. Het is makkelijker gezegd dan gedaan, want witte mensen krijgen niet te maken met de negatieve beeldvorming die gepaard gaat met de cultuur die is gestolen. Zij hebben het privilege om het aan en uit te doen wanneer zij willen zonder de struggles mee te krijgen waar het vandaan komt.
Er zijn talloze boeken, podcasts, en artikelen erover geschreven en door verschillende culturen. Denk na en doe onderzoek voordat je je verkleedt of inspiratie aan een cultuur ontleent. Maak daarom ruimte voor gemarginaliseerde groepen en uit waardering voor hun culturen met respect. Stop met het stelen van hun cultuur maar werk samen, bied het podium aan, en maak budget vrij voor hún kennis. Geef ook terug aan de gemarginaliseerde groepen zelf. Koop direct van de mensen waar de culturen vandaan komen. Neem een stap terug door te luisteren, lezen en leren! Alleen samen kunnen we zo verder komen.
Lees ook: Waarom de ‘modelminderheid’ niet zo voorbeeldig is
De schrijver van deze column is Rui Jun Luong (1996). In Friesland opgegroeid en heeft veel te maken gekregen met discriminatie en racisme. Ze is multidisciplinair designer, fotograaf, videograaf en initatiefnemer van Asian Raisins. Ze hoopt door de oprichting te voorkomen dat anderen hetzelfde meemaken als zij.
Comments are closed