Transnationale Adoptie: Stoppen met die handel!

Deel 1: Asian Raisins over kolonialisme, white supremacy en white saviourism​

Met de beruchte quote ‘Al red je er maar één’, van adoptievader en schrijver Jan de Hertog, werd transnationale adoptie uit Azië in de jaren 70 populair in Nederland. In het televisieprogramma Mies-en-scene moedigt Jan in 1967 het Nederlandse publiek aan om ook te adopteren, nu hij en zijn vrouw pas geleden zelf twee Koreaanse kinderen hebben geadopteerd. De duizenden vondelingen en oorlogsweesjes uit Oost- en Zuidoost-Azië zouden gered moeten worden. Na de uitzending werd de redactie overladen met telefoontjes van kijkers met het verzoek: “Doe mij maar zo’n Koreaantje!”.
Op het eerste oog klinkt dit onschuldig en wordt transnationale adoptie gezien als een humanitaire hulpmaatregel die ‘het belang van het kind’ dient. Niets is minder waar. Adoptie is een uitwas van koloniaal denken en het systeem legitimeert en versterkt de ‘witte reddersmentaliteit’ en het witte superioriteitsgevoel.

Transnationale adoptie

Transnationale (en vaak transraciale) adoptie is een modern westers concept dat is geworteld in de koloniale onderdrukking van het Globale Zuiden. In gekoloniseerde landen werden kinderen, die het product waren van gewelddadige seksuele relaties tussen witte mannen en inheemse vrouwen, gedwongen gescheiden van hun moeders om een zo wit en christelijk mogelijke opvoeding te genieten zodat ze niet zouden opgroeien tot ‘wilden’. Zo werd de inheemse bevolking van Latijns-Amerika en Canada gedwongen geassimileerd. Inheemse kinderen werden gescheiden van hun familie en naar ‘kostscholen’ gestuurd om heropgevoed te worden met westerse normen en waarden. Hier werden zij ontdaan van hun culturele identiteit: taal, traditionele kleding, spirituele overtuigingen en leefwijze. De kinderen werden beschouwd als ondergeschikt en dienden als dieren gedomesticeerd te worden: ze werden mishandeld, misbruikt en vermoord. De vele massagraven in het huidige Canada tonen hiervan nog het bewijs. Transnationale adoptie is een verkapte vorm van westers imperialisme, waarbij westerse landen het Globale Zuiden uitbuiten voor hun grondstoffen en arbeid en aanspraak maken op hun kinderen.

Witte reddersmentaliteit

De massale motivatie om kinderen te ‘redden’ uit het Globale Zuiden komt voort uit de witte reddersmentaliteit waarbij witte mensen ervan overtuigd zijn dat zij moreel superieur zijn ten opzichte van de ‘onderontwikkelde’ inheemse mens van kleur. Hierbij heerst het idee dat zij de aangewezen persoon zijn om de levens van mensen van kleur te ‘redden’ of te ‘verbeteren’. Dit idee wordt ook gereflecteerd in de ontvangende landen van adoptiekinderen, die zich als superieur en modern zien en de zendende landen infantiliseren en stigmatiseren als ‘ontwikkelingslanden’. Transnationale adoptie vindt haar oorsprong in de nasleep van de Koreaanse oorlog (1950-1953) en was onderdeel van geopolitieke afspraken. Het werd in de media verkocht als reddingsactie voor ‘mixed-race’ kinderen waarvan de moeders tot een verstoten sociale klasse waren verdoemd. In veel landen waaruit werd geadopteerd was sprake van politiek en humanitair zeer fragiele situaties, zoals (burger)oorlogen, hongersnood, armoede en natuurrampen. Dit gecombineerd met een zwakke positie van meisjes en vrouwen in het algemeen en ongehuwde zwangere vrouwen en moeders in het bijzonder, creëerde de ideale omstandigheden voor het openen van nieuwe adoptiekanalen.

Witwassen van geadopteerde kinderen

Voorstanders van transnationale adoptie en talloze adoptieouders beweren geen kleur te zien, maar benadrukken juist de waardering en gelijkwaardigheid van de zogenaamde multiculturaliteit binnen adoptiegezinnen. Buiten dat van multiculturaliteit geen sprake is bij het witwassen van geadopteerde kinderen, vindt racisme regelmatig plaats binnen adoptiefamilies. Dit sluit aan bij de scheve verdeling van zendende en ontvangende landen van adoptie. De betrokken landen van herkomst worden namelijk gekenmerkt door globale ongelijkheden. Er wordt voornamelijk uit Azië (China, Korea, Sri Lanka) en met een oriëntalistische blik geadopteerd. In het westen worden Aziatische kinderen gezien als volgzaam, onderdanig, slim, hardwerkend, stil en klein van stuk. Dit zijn kenmerken van anti-Aziatisch racisme die aansluiten bij de mythe van de zogeheten modelminderheid. Ook voedt dit het idee dat Aziatische kinderen zich eenvoudig aanpassen (assimileren) en dat zij weinig tot geen problemen zouden geven in de opvoeding. Een kind adopteren moet nu eenmaal wel leuk blijven.

Doordrenkt van kolonialisme, racistisch gedachtegoed en raciale hiërarchie

Transnationale adoptie is doordrenkt van kolonialisme, racistisch gedachtegoed en raciale hiërarchie. Er wordt vanuit een westers perspectief bepaald wat adoptie is, wie er waardig wordt beschouwd om te adopteren en welke kinderen adopteerbaar zijn. Degene met het meeste geld kan het recht op een kind kopen. Het westerse kapitalisme is daarmee altijd de ongeslagen winnaar in adoptieland. Het resultaat? Een eigendomsakte (adoptieakte) waarmee de banden tussen kind en familie onherroepelijk en fundamenteel worden doorgesneden en waarmee het kind uit het Globale Zuiden juridisch wordt toegeëigend door wildvreemde witte mensen.

Comments are closed